NJF 2004, 166
Erfrecht. Gemeenschap, verdeling nalatenschap. Vordering van ene erfgenaam tegen andere erfgenaam ex art. 3:171 BW is niet ontvankelijk, gelet op het arrest van HR 8 september 2000, NJ 2000, 604.
Hof 's-Hertogenbosch 14-10-2003, ECLI:NL:GHSHE:2003:AN9046
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
14 oktober 2003
- Magistraten
mrs. N.J.M. van Etten, J.M.P. Drijkoningen, W.H.B. den Hartog Jager
- Zaaknummer
C0201266/RO
- LJN
AN9046
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2003:AN9046, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 14‑10‑2003
- Wetingang
BW art. 3:171
Essentie
Erfrecht. Gemeenschap, verdeling nalatenschap. Vordering van ene erfgenaam tegen andere erfgenaam ex art. 3:171 BW is niet ontvankelijk, gelet op het arrest van HR 8 september 2000, NJ 2000, 604.
Partij(en)
B.-de B., te B., appellante, proc. mr. M.C. Bijleveld-Van der Slikke,
tegen
De B., te M., geïntimeerde, proc. mr. P.J.A. van der Laar.
Uitspraak
(Post alia:)
3. De gronden van het hoger beroep
De grief luidt:
‘Ten onrechte overweegt de Rechtbank, dat, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 8 september 2000 (NJ 2000, 604), ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.