NJ 2003, 501
Invorderingswet 1990. Inlenersaansprakelijkheid. Verjaring vordering ontvanger op aansprakelijk gestelde. Geen verschuldigdheid van invorderingsrente.
Hof 's-Hertogenbosch 22-10-2002, ECLI:NL:GHSHE:2002:AF0954
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
22 oktober 2002
- Magistraten
Rothuizen-Van Dijk, Sterk, Mannaerts
- Zaaknummer
C0100265/MA
- LJN
AF0954
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2002:AF0954, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 22‑10‑2002
- Wetingang
BW art. 3:306; Inv.w 1990 art. 27; Inv.w 1990 art. 28; Inv.w 1990 art. 34
Essentie
Invorderingswet 1990. Inlenersaansprakelijkheid. Verjaring vordering ontvanger op aansprakelijk gestelde. Geen verschuldigdheid van invorderingsrente.
Samenvatting
Met betrekking tot de verjaring van aansprakelijkheidsschulden is in de Invorderingswet 1990 geen aparte regeling opgenomen. Nu de wel in die wet geregelde gevallen van verjaring niet zien op een vordering als de onderhavige, is de regeling van art. 3:306 BW in beginsel van toepassing. Los van deze verjaring moet worden aangenomen dat de aansprakelijkstelling en de bevoegdheid om aansprakelijk te stellen verjaren tegelijk met de bevoegdheid tot dwanginvordering van de onderliggende belastingaanslag.
De aansprakelijk gestelde, op wie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.