Einde inhoudsopgave
Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen
Artikel 5.4 Aankleding
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 373 (uitgifte: 12-10-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, Stb. 2017, 391 (uitgifte: 23-10-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Bouwen
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
1.
Aankleding in een besloten ruimte levert geen brandgevaar op.
2.
Aan het eerste lid wordt voldaan indien de aankleding:
- a.
een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert;
- b.
onbrandbaar is, bepaald volgens NEN 6064;
- c.
voldoet aan brandklasse A1 als bedoeld in NEN-EN 13501-1;
- d.
voldoet aan de eisen voor constructieonderdelen als bedoeld in paragraaf 3.6, of
- e.
een navlamduur heeft van ten hoogste 15 seconden en een nagloeiduur van ten hoogste 60 seconden.
3.
In afwijking van het tweede lid, aanhef en onder e, levert aankleding in een besloten ruimte voor het verblijven van meer dan 50 personen brandgevaar op indien:
- a.
de aankleding zich bevindt boven een gedeelte van de vloer waar personen aanwezig kunnen zijn;
- b.
de verticale vrije ruimte tussen de vloer en de aankleding minder dan 2,5 m is, en
- c.
de aankleding niet direct op de vloer, trap of hellingbaan is aangebracht.
4.
Materiaal ter plaatse van of nabij apparatuur en installaties die warmte ontwikkelen, voldoet aan brandklasse A1 als bedoeld in NEN-EN 13501-1 of is onbrandbaar, bepaald volgens NEN 6064, indien:
- a.
op het materiaal een intensiteit van de warmtestraling kan optreden die, bepaald volgens NEN 6061, groter is dan 2 kW/m2, of
- b.
in het materiaal een temperatuur kan optreden die, bepaald volgens NEN 6061, hoger is dan 90 ºC.
5.
In een besloten ruimte zijn geen met brandbaar gas gevulde ballonnen aanwezig.