Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2020/262 houdende een algemene regeling inzake accijns
Artikel 46 Onregelmatigheden tijdens de overbrenging van accijnsgoederen
Geldend
Geldend vanaf 18-03-2020
- Bronpublicatie:
19-12-2019, PbEU 2020, L 58 (uitgifte: 27-02-2020, regelingnummer: 2020/262)
- Inwerkingtreding
18-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2019, PbEU 2020, L 58 (uitgifte: 27-02-2020, regelingnummer: 2020/262)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Indien tijdens een overbrenging van accijnsgoederen overeenkomstig artikel 33, lid 1, of artikel 44, lid 1, een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden op het grondgebied van een andere lidstaat dan het grondgebied van de lidstaat waar die goederen tot verbruik zijn uitgeslagen, worden zij aan de accijns onderworpen en wordt de accijns verschuldigd in de lidstaat waar de onregelmatigheid heeft plaatsgevonden.
2.
Indien tijdens een overbrenging van accijnsgoederen overeenkomstig artikel 33, lid 1, of artikel 44, lid 1, een onregelmatigheid is geconstateerd op het grondgebied van een andere lidstaat dan de lidstaat waar die goederen tot verbruik zijn uitgeslagen, en er niet kan worden vastgesteld waar de onregelmatigheid plaatsvond, wordt deze geacht te hebben plaatsgevonden en wordt de accijns verschuldigd in de lidstaat waar de onregelmatigheid werd geconstateerd.
Indien evenwel binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum waarop de accijnsgoederen zijn verkregen, wordt vastgesteld op het grondgebied van welke lidstaat de onregelmatigheid daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, is lid 1 van toepassing.
3.
De accijns moet worden voldaan door de persoon die overeenkomstig artikel 35, lid 2, onder a), of artikel 44, lid 4, onder a), zekerheid voor de betaling heeft gesteld en door eenieder die bij de onregelmatigheid betrokken is geweest. Indien er voor eenzelfde accijnsschuld verscheidene schuldenaren zijn, zijn zij hoofdelijk tot betaling van deze schuld gehouden.
De accijns wordt op verzoek teruggegeven of kwijtgescholden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de accijnsgoederen tot verbruik zijn uitgeslagen, wanneer de accijns is geheven in de lidstaat waar de onregelmatigheid heeft plaatsgevonden of geconstateerd is. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming geven de uit hoofde van artikel 35, lid 2, onder a), of artikel 44, lid 4, onder a), gestelde zekerheid vrij.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ‘onregelmatigheid’ verstaan een niet onder artikel 45 vallende situatie die zich tijdens een overbrenging van accijnsgoederen overeenkomstig artikel 33, lid 1, of artikel 44, lid 1, voordoet en als gevolg waarvan een overbrenging of een onderdeel van een overbrenging van accijnsgoederen niet op regelmatige wijze is geëindigd.
5.
Het niet registreren of certificeren van een of alle bij de overbrenging betrokken personen in strijd met artikel 33, lid 1, of artikel 44, lid 4, onder a), of de gebrekkige naleving van de voorschriften van artikel 35, lid 1, worden beschouwd als onregelmatigheden. De leden 1 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing, behalve wanneer de geadresseerde de tot voldoening van de accijns gehouden persoon is als bedoeld in de laatste zin van artikel 44, lid 3.