NJB 2012/904
HR, 30-03-2012, nr. 11/03690
HR 30-03-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BU8514
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 maart 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem- Spapens, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en M.A. Loth;
- Zaaknummer
11/03690
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BU8514
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU8514, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU8514, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2011
- Wetingang
Rv art. 343-356
Essentie
Devolutieve werking. Uitzondering. Een werknemer stelt een loonvordering in. De werkgever betwist primair dat een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen en voert subsidiair aan dat de werknemer hooguit aanspraak heeft op loon over een beperkte periode. De kantonrechter verwerpt het primaire verweer en honoreert het subsidiaire verweer, met als gevolg dat hij de loonvordering slechts over een beperkte periode toewijst. De werknemer komt in appel. De werkgever stelt geen incidenteel appel in, ook niet voorwaardelijk. Het hof komt tot het oordeel dat geen arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen en bekrachtigt het bestreden vonnis. HR: In een geval waarin de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.