NJ 2019/199
EEX-Verordening II. Rechterlijke bevoegdheid. Verzoek om compensatie vertraagde vlucht; alternatieve bevoegdheid op grond van art. 7, punt 5; exploitatie van een filiaal; ‘stilzwijgende forumkeuze’ op grond van art. 26; noodzaak dat verweerder verschijnt.
HvJ EU 11-04-2019, ECLI:EU:C:2019:311 (Ryanair)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
11 april 2019
- Magistraten
C. Toader, A. Rosas, M. Safjan
- Zaaknummer
C-464/18
- Noot
Red. Aant.
- Roepnaam
Ryanair
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54718:1
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:311, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 11‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door Juzgado de lo Mercantil n° 1 de Gerona (handelsrechter nr. 1 Gerona, Spanje) bij beslissing van 9 juli 2018.
EEX-Verordening II. Rechterlijke bevoegdheid. Verzoek om compensatie vertraagde vlucht; alternatieve bevoegdheid op grond van art. 7, punt 5; exploitatie van een filiaal; ‘stilzwijgende forumkeuze’ op grond van art. 26; noodzaak dat verweerder verschijnt.
Samenvatting
1. Art. 7, punt 5, EEX-Verordening II moet aldus worden uitgelegd dat een gerecht van een lidstaat niet bevoegd is om kennis te nemen van een beroep tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.