NJB 2017/2193
Redelijke termijn art. 6 EVRM en controle in cassatie: de feitenrechter behoort ingeval van strafvermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn uit art. 6 lid 1 EVRM in zijn uitspraak te vermelden welke straf zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. In cassatie kan evenwel niet met vrucht worden geklaagd over het oordeel omtrent de overschrijding van de redelijke termijn als gevolg van het tijdsverloop vóór de bestreden uitspraak wanneer de zaak in laatste feitelijke aanleg in tegenwoordigheid van de verdachte en/of diens raadsman is behandeld en ter terechtzitting een dergelijk verweer niet is gevoerd. In zo een geval moet immers worden aangenomen dat de verdachte niet langer dan redelijk is onder de dreiging van een (verdere) strafvervolging heeft geleefd. Erop gelet dat het Hof in casu ambtshalve heeft geconstateerd dat de redelijke termijn is overschreden, heeft de verdachte geen in rechte te respecteren belang bij zijn klacht over ’s Hofs verzuim om te vermelden welke straf zou zijn opgelegd zonder schending van de redelijke termijn. De Hoge Raad past art. 80a RO toe
HR 07-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2817
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 november 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers en M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/01447
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2817, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1214, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑2017
- Wetingang
Essentie
Redelijke termijn art. 6 EVRM en controle in cassatie: de feitenrechter behoort ingeval van strafvermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn uit art. 6 lid 1 EVRM in zijn uitspraak te vermelden welke straf zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. In cassatie kan evenwel niet met vrucht worden geklaagd over het oordeel omtrent de overschrijding van de redelijke termijn als gevolg van het tijdsverloop vóór de bestreden uitspraak wanneer de zaak in laatste feitelijke aanleg in tegenwoordigheid van de verdachte en/of diens raadsman is behandeld en ter terechtzitting een dergelijk verweer niet is gevoerd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.