Einde inhoudsopgave
Provinciale milieuverordening Utrecht 2013
Artikel 29 Vrijstellingen artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2013
- Bronpublicatie:
04-02-2013, Provinciaal blad van Utrecht 2013, 12 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2013, Provinciaal blad van Utrecht 2013, 12 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Milieurecht / Bodem
Milieurecht / Geluid en trillingen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
De verboden, gesteld in artikel 28, gelden niet voor een activiteit die rechtstreeks verband houdt met:
- a.
de uitoefening van land-, tuin- of bosbouw of beroepsmatige visserij;
- b.
de openbare drinkwater- of energievoorziening;
- c.
de aanleg, het onderhoud of de exploitatie van infrastructurele of telecommunicatiewerken;
- d.
de bouw of het onderhoud van gebouwen;
- e.
de bescherming, het onderhoud of het beheer van een gebied, inclusief dijkwerkzaamheden;
- f.
de openbare veiligheid of de afwending van dreigend gevaar;
- g.
de uitoefening van een functie met opsporingsbevoegdheid.
2.
De verboden, gesteld in artikel 28, gelden niet voor:
- a.
het gebruik van een toestel dat wordt gebruikt in of bij een woonhuis en waarbij het hoogste geluidsniveau op een afstand van 50 meter van dat woonhuis of toestel niet meer dan 35 dB(A) LAeq,1h bedraagt;
- b.
het gebruik van een vuurwapen:
- 1e.
door een persoon met opsporingsbevoegdheid in de uitoefening van zijn functie;
- 2e.
in geval van nood;
- 3e.
in het kader van de Flora- en faunawet, met inachtneming van de daar gestelde voorschriften.
- c.
het gebruik van een gehandicaptenvoertuig voor het vervoer van een minder valide;
- d.
een toertocht met elektrisch aangedreven motorrijtuigen;
- e.
het varen met een elektrisch aangedreven waterscooter of vaartuig;
- f.
het gebruik van vuurwerk indien dat:
- 1e.
noodzakelijk is ter oproeping van personen of ter afwending van dreigend gevaar;
- 2e.
consumentenvuurwerk betreft dat wordt gebruikt op een afstand van minder dan 50 meter van het eigen woonhuis, ter gelegenheid van de jaarwisseling gedurende een bij het Vuurwerkbesluit aangewezen periode;
- g.
het parkeren van een motorvoertuig, bedoeld in artikel 13.