Einde inhoudsopgave
Provinciale milieuverordening Utrecht 2013
Artikel 27 Doorwerking richtwaarden
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2013
- Bronpublicatie:
04-02-2013, Provinciaal blad van Utrecht 2013, 12 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2013, Provinciaal blad van Utrecht 2013, 12 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Milieurecht / Bodem
Milieurecht / Geluid en trillingen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Met de richtwaarden, genoemd in artikel 25 en 26, wordt rekening gehouden :
- a.
- b.
bij gebruik van de bevoegdheden in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de Gemeentewet;
- c.
bij gebruik van de bevoegdheden tot het treffen van verkeersmaatregelen op basis van de Wegenverkeerswet 1994;
- d.
bij gebruik van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, met betrekking tot de activiteiten, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, en 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- e.
indien een inrichting onder de bepalingen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer valt.
2.
Dit artikel is van toepassing, voor zover het gebruik van de bevoegdheden gevolgen heeft voor het belang waarvoor de richtwaarden zijn gesteld.
3.
Dit artikel is niet van toepassing op een activiteit die onder een vrijstelling van artikel 29 valt.