Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 767/2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening)
Artikel 19 bis Gebruik van het VIS voordat de persoonlijke dossiers van niet-visumplichtige onderdanen van derde landen worden aangelegd in het EES
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf een door de Commissie vastgestelde datum.
- Bronpublicatie:
07-07-2021, PbEU 2021, L 248 (uitgifte: 13-07-2021, regelingnummer: 2021/1134)
- Inwerkingtreding
02-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, PbEU 2021, L 248 (uitgifte: 13-07-2021, regelingnummer: 2021/1134)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
1.
Teneinde te controleren of een persoon al eerder in het VIS is geregistreerd, raadplegen de autoriteiten die bevoegd zijn om overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399 controles aan de doorlaatposten aan de buitengrenzen te verrichten, het VIS alvorens in het EES het persoonlijk dossier van niet-visumplichtige onderdanen van derde landen aan te leggen overeenkomstig artikel 17 van Verordening 2017/2226.
2.
Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel indien artikel 23, lid 4, van Verordening 2017/2226 van toepassing is en de in artikel 27 van die verordening bedoelde zoekopdracht uitwijst dat gegevens over een onderdaan van een derde land niet in het EES zijn opgeslagen, heeft de autoriteit die bevoegd is om controles te verrichten aan de grenzen waar het EES wordt gebruikt, toegang om te zoeken in het VIS aan de hand van de volgende gegevens: achternaam (familienaam), voornaam/-namen, geboortedatum, nationaliteit(en); geslacht; type en nummer van het reisdocument; drieletterige code van het land dat het reisdocument heeft afgegeven en de datum waarop de geldigheidstermijn ervan verstrijkt.
3.
Uitsluitend voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde doeleinden, naar aanleiding van een zoekopdracht in het EES krachtens artikel 23, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226 kan de autoriteit die bevoegd is om controles te verrichten aan de grenzen waar het EES wordt gebruikt, het VIS rechtstreeks vanuit het EES doorzoeken aan de hand van de in lid 2 van dit artikel bedoelde alfanumerieke gegevens.
4.
Indien de zoekopdracht aan de hand van de in lid 2 vermelde gegevens uitwijst dat in het VIS gegevens over de onderdaan van een derde land zijn geregistreerd, verifieert de autoriteit die bevoegd is om controles te verrichten aan de grenzen waar het EES wordt gebruikt, voorts de vingerafdrukken of de gezichtsopname van de onderdaan van een derde land aan de hand van de in het VIS geregistreerde vingerafdrukken of ter plaatse gemaakte gezichtsopname. De autoriteit kan een dergelijke verificatie vanuit het EES uitvoeren. Voor onderdanen van derde landen wier vingerafdrukken of gezichtsopnamen niet kunnen worden gebruikt, wordt de zoekopdracht uitsluitend verricht aan de hand van de in lid 2 genoemde alfanumerieke gegevens.
5.
Indien de zoekopdracht aan de hand van de in lid 2 van dit artikel genoemde gegevens en de verificatie in lid 4 van dit artikel uitwijzen dat in het VIS gegevens over de persoon zijn opgeslagen, wordt de autoriteit die bevoegd is om controles te verrichten aan de grenzen waar het EES wordt gebruikt, uitsluitend met het oog op de in lid 1 van dit artikel genoemde doeleinden, toegang verleend om de volgende gegevens te raadplegen in het/de betrokken aanvraagdossier(s) en het/de daaraan gekoppelde aanvraagdossier(s), als bedoeld in artikel 8, lid 4:
- a)
de statusinformatie en de uit het aanvraagformulier overgenomen gegevens, bedoeld in artikel 9, leden 2 en 4;
- b)
foto’s;
- c)
de in de artikelen 10, 13 en 14 bedoelde gegevens die zijn ingevoerd in verband met afgegeven, nietig verklaarde of ingetrokken visa, of in verband met visa waarvan de geldigheidsduur is verlengd, zoals bedoeld in de artikelen 10, 13 en 14.
6.
Indien de in lid 4 of lid 5 van dit artikel bedoelde verificatie geen resultaat oplevert of er twijfel bestaat omtrent de identiteit van de persoon of de echtheid van het reisdocument, hebben de naar behoren gemachtigde personeelsleden van die bevoegde autoriteiten toegang tot gegevens overeenkomstig artikel 20, leden 1 en 2. De autoriteit die bevoegd is om controles te verrichten aan de grenzen waar het EES wordt gebruikt, kan de in artikel 20 bedoelde identificatie vanuit het EES uitvoeren.