NJB 2017/1132
Ontzegging van de rijbevoegdheid aan eigenaar of houder van een voertuig in geval van een met dat voertuig begane overtreding van de verkeerswetgeving door een onbekende verdachte, art. 181 WVW 1994: deze straf kan ook zonder nadere motivering met betrekking tot de verwijtbaarheid van de eigenaar of houder van een motorvoertuig aan deze worden opgelegd
HR 09-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:838
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 mei 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
16/04460
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Materieel strafrecht / Sancties
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:838, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:326, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑11‑2016
- Wetingang
Essentie
Ontzegging van de rijbevoegdheid aan eigenaar of houder van een voertuig in geval van een met dat voertuig begane overtreding van de verkeerswetgeving door een onbekende verdachte, art. 181 WVW 1994: deze straf kan ook zonder nadere motivering met betrekking tot de verwijtbaarheid van de eigenaar of houder van een motorvoertuig aan deze worden opgelegd
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘een bij de ontdekking van het hierna omschreven strafbaar feit onbekend gebleven bestuurder van een motorvoertuig (personenauto), gekentekend [AA-00-AA], (…) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, A79, geen gevolg heeft gegeven aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.