Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 25a [Cameraobservatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2005
- Bronpublicatie:
07-04-2005, Stb. 2005, 194 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 29413)
- Inwerkingtreding
01-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2005, Stb. 2005, 300 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
De directeur kan, indien dit ter bescherming van de geestelijke of lichamelijke toestand van de jeugdige noodzakelijk is, bepalen dat de jeugdige die in een afzonderingscel verblijft, dag en nacht door middel van een camera wordt geobserveerd.
2.
Alvorens hij hiertoe beslist, wint hij het advies in van een gedragsdeskundige onderscheidenlijk de inrichtingsarts, tenzij dit advies niet kan worden afgewacht. In dat geval wint de directeur het advies zo spoedig mogelijk na zijn beslissing in.