NJB 2014/2279:Bestuurlijk onrechtmatige staandehouding Mobiel Toezicht Vreemdelingen: deze aanhouding heeft niet plaatsgevonden in het kader van het voorbereidend onderzoek van het in casu tenlastegelegde en bewezenverklaarde misdrijf van art. 197a Sr en kan derhalve niet worden aangemerkt als een vormverzuim in de zin van art. 359a Sv dat tot bewijsuitsluiting kan leiden. Betekenis toepasselijkheid art. 31 Vluchtelingenverdrag voor wederrechtelijkheid in art. 197a Sr: de omstandigheid dat personen zich met vrucht kunnen beroepen op de bescherming van art. 31 Vluchtelingenverdrag houdt niet in dat de wederrechtelijkheid als bedoeld in art. 197a Sr komt te ontbreken van de met gebruikmaking van een niet op hun naam gesteld paspoort verschafte toegang tot of doorreis door Nederland

NJB 2014/2279

Bestuurlijk onrechtmatige staandehouding Mobiel Toezicht Vreemdelingen: deze aanhouding heeft niet plaatsgevonden in het kader van het voorbereidend onderzoek van het in casu tenlastegelegde en bewezenverklaarde misdrijf van art. 197a Sr en kan derhalve niet worden aangemerkt als een vormverzuim in de zin van art. 359a Sv dat tot bewijsuitsluiting kan leiden. Betekenis toepasselijkheid art. 31 Vluchtelingenverdrag voor wederrechtelijkheid in art. 197a Sr: de omstandigheid dat personen zich met vrucht kunnen beroepen op de bescherming van art. 31 Vluchtelingenverdrag houdt niet in dat de wederrechtelijkheid als bedoeld in art. 197a Sr komt te ontbreken van de met gebruikmaking van een niet op hun naam gesteld paspoort verschafte toegang tot of doorreis door Nederland

Documentgegevens:

HR 02-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3488

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 2 december 2014
Magistraten: Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
Zaaknummer: 12/03427
Vakgebied(en): Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2014:3488, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2033, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2013
Wetingang: (Sr art. 197a; Sv art. 359a; VW 2000 art. 50; Vluchtelingenverdrag art. 31)

Essentie

Bestuurlijk onrechtmatige staandehouding Mobiel Toezicht Vreemdelingen: deze aanhouding heeft niet plaatsgevonden in het kader van het voorbereidend onderzoek van het in casu tenlastegelegde en bewezenverklaarde misdrijf van art. 197a Sr en kan derhalve niet worden aangemerkt als een vormverzuim in de zin van art. 359a Sv dat tot bewijsuitsluiting kan leiden. Betekenis toepasselijkheid art. 31 Vluchtelingenverdrag voor wederrechtelijkheid in art. 197a Sr: de omstandigheid dat personen zich met vrucht kunnen beroepen op de bescherming van art. 31 Vluchtelingenverdrag houdt niet in dat de wederrechtelijkheid als bedoeld in art. 197a Sr komt te ontbreken van de met gebruikmaking van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.