JWB 2015/66
Bestuursrechtelijke geldschuld, invordering, bestuursrecht, civiel recht
HR 06-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:233
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 februari 2015
- Zaaknummer
14/00188
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:233, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2013
- Wetingang
Art. 1:3 Awb, art. 4:124 Awb
Essentie
Bestuursrechtelijke geldschuld, invordering, bestuursrecht, civiel recht
Samenvatting
Casus
De eiseres tot cassatie, het CAK, heeft aan de inmiddels overleden echtgenote van de verweerder in cassatie een aantal facturen gestuurd voor de te betalen bedragen op de voet van de ABWZ en Wmo. De eiseres tot cassatie heeft zich tot de rechter gewend en gevorderd de verweerder in cassatie tot betaling van deze bedragen met rente en kosten ter zake van ede eigen bijdragen. De rechtbank heeft de vordering afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht doende de eiseres tot cassatie niet-ontvankelijk verklaard in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.