RvdW 2017/65
Curaçaose zaak. Burenrecht. Ongeoorloofd ‘balkon of soortgelijk werk’ in zin art. 5:50 BWC (art. 5:50 BW)?; maatstaf ‘balkon of soortgelijk werk’; uitzicht op nabije muur; hoogte nabije muur.
HR 09-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2824
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 december 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/02074
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Burenrecht en mandeligheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2824, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:865, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2015
- Wetingang
Art. 5:49, 5:50 BWC
Essentie
Curaçaose zaak. Burenrecht. Ongeoorloofd ‘balkon of soortgelijk werk’ in zin art. 5:50 BWC (art. 5:50 BW)?; maatstaf ‘balkon of soortgelijk werk’; uitzicht op nabije muur; hoogte nabije muur.
Art. 5:50 lid 1 BWC (gelijkluidend aan art. 5:50 lid 1 BW) bepaalt dat het (behoudens toestemming van de eigenaar van het naburige erf) niet geoorloofd is binnen twee meter van de grenslijn van een naburig erf balkons of soortgelijke werken te hebben, voor zover deze op dit erf uitzicht geven. De bepaling strekt blijkens haar slotwoorden ertoe de mogelijkheid van uitzicht op naburige erven te beperken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.