JAR 2018/86
Brits uitzendbureau Mecra moet voor in Nederland werkzame buitenlandse uitzendkrachten Nederlands dwingendrechtelijke bepalingen toepassen.
Hof Arnhem-Leeuwarden 27-02-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1942
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
27 februari 2018
- Magistraten
Mrs. P.L.R. Wefers Bettink, M.F.J.N. van Osch, W. Duitemeijer
- Zaaknummer
200.179.474
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2018:8124, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 11‑09‑2018
ECLI:NL:GHARL:2018:1942, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 27‑02‑2018
ECLI:NL:GHARL:2017:4451, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 30‑05‑2017
- Wetingang
Art. 8 WAADI; art. 8 lid 1 Rome I; art. 12 Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst; art. 3 Wet AVV
Essentie
Mecra heeft in het verleden Poolse en Portugese werknemers ter beschikking gesteld ten behoeve van de ondertunneling van de A-2 in Maastricht. In de met deze werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten is bepaald dat Engels, respectievelijk Portugees recht van toepassing is.
Hof: Dit betekent in dit geval echter niet dat deze werknemers de bescherming verliezen, die zij genieten op grond van bepalingen van Nederlands recht, waarvan niet bij overeenkomst mag worden afgeweken. Daaronder vallen ook een aantal bepalingen uit een (algemeen verbindend verklaarde) CAO. Mecra dient deze bepalingen ook toe te passen in de verhouding tot werknemers, die niet bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.