V-N 2019/35.28
Inbreng nieuwe stukken tijdens hoger beroep geoorloofd. Verzoek getuigen op te roepen terecht afgewezen
HR (A-G) 14-05-2019, ECLI:NL:PHR:2019:506, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
14 mei 2019
- Zaaknummer
18/04315
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS69390:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1786, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:506, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑05‑2019
- Wetingang
art. 5:10a, 8:28a en 8:63 Awb; art. 47 en 53 AWR
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat in hoger beroep de herkansingsfunctie voorop staat zodat de inspecteur de stukken uit de klikordner alsnog mocht inbrengen. Het gebruik daarvan was eerder namelijk niet ondubbelzinnig prijsgegeven.
Samenvatting
De belanghebbende hield zich bezig met de verkoop van planten en bestratingsmateriaal en het leggen van bestratingsmateriaal voor (voornamelijk) particulieren. Tot 18 mei 2009 waren elf werknemers in dienst bij de belanghebbende. Met ingang van die datum zijn de personeelsleden overgegaan naar haar zustervennootschap, [C] BV. Op 26 maart 2010 zijn de aandelen in [C] BV verkocht aan de bedrijfsleider. [C] BV is op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.