HR, 13-10-2009, nr. 08/04615
ECLI:NL:HR:2009:BJ3725
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13-10-2009
- Zaaknummer
08/04615
- LJN
BJ3725
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2009:BJ3725, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2009; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BJ3725
- Vindplaatsen
Uitspraak 13‑10‑2009
Inhoudsindicatie
Strafoplegging. Het middel is terecht voorgesteld op gronden als vermeld in conclusie AG (voor een opzettelijk begaan Opiumwetdelict kan geen hechtenis worden opgelegd).
13 oktober 2009
Strafkamer
nr. 08/04615
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, Enkelvoudige Kamer, van 25 augustus 2008, nummer 23/006828-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Amsterdam, locatie Havenstraat" te Amsterdam.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. V.G. Kraal, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam, teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt over de strafoplegging.
2.2. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 en 5 is het middel terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging van vijf weken hechtenis;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 13 oktober 2009.