O&A 2015/42
HR, 06-02-2015, nr. 14/00188
HR 06-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:233
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 februari 2015
- Zaaknummer
14/00188
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:233, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2013
- Wetingang
Artikel 1:3 Awb, artikel 4:124 Awb; Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten; Wet maatschappelijke ondersteuning
Partij(en)
CAK/X
Uitspraak
Samenvatting:
Het CAK vordert betaling van eigen bijdragen die verschuldigd waren over de jaren 2005 tot en met 2009 wegens hulp op grond van de AWBZ en de Wmo en waarvoor facturen waren verstuurd. Het hof had haar niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering voor zover deze zag op de eigen bijdrage voor hulp die na 1 juli 2009 was verleend, omdat de bestuursrechter volgens het hof vanaf die datum bevoegd was kennis te nemen ter zake van de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden. De Hoge Raad overweegt dat noch enige bepaling in de Awb, noch enige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.