Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1142
Erfrechtverordening. Europese erfrechtverklaring; geldigheidsduur erfrechtverklaring in geval einddatum daarin niet is vermeld; kring van personen voor wie de erfrechtverklaring gevolgen sorteert.
HvJ EU 01-07-2021, ECLI:EU:C:2021:528 (Vorarlberger Landes- und Hypotheken-Bank)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
1 juli 2021
- Magistraten
L. Bay Larsen, C. Toader, N. Jääskinen
- Zaaknummer
C-301/20
- Conclusie
A-G M. Campos Sánchez-Bordona
- Roepnaam
Vorarlberger Landes- und Hypotheken-Bank
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Europees erfrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2021:528, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 01‑07‑2021
ECLI:EU:C:2021:351, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 29‑04‑2021
- Wetingang
Art. 65, 70 Verordening (EU) nr. 650/2012 (Erfrechtverordening)
Essentie
UE, HC tegen Vorarlberger Landes- und Hypothekenbank AG.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 27 mei 2020.
Erfrechtverordening. Europese erfrechtverklaring; geldigheidsduur erfrechtverklaring in geval einddatum daarin niet is vermeld; kring van personen voor wie de erfrechtverklaring gevolgen sorteert.
Art. 70, lid 3, Erfrechtverordening moet aldus worden uitgelegd dat een gewaarmerkt afschrift van de Europese erfrechtverklaring met de vermelding ‘onbeperkte duur’ geldig is gedurende zes maanden vanaf de datum van afgifte ervan en rechtsgevolgen teweegbrengt in de zin van art. 69 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.