RBP 2020/18
Devolutieve werking hoger beroep. Is het hof gehouden de zaak na vernietiging van het tussenvonnis van de rechtbank terug te verwijzen naar de rechtbank?
HR 17-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:61
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03867
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- JCDI
JCDI:ADS192846:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:61, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:867, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑10‑2018
- Wetingang
Art. 356 Rv
Essentie
Tussentijds hoger beroep. Tussenvonnis. Devolutieve werking hoger beroep.
Is het hof gehouden de zaak na vernietiging van het tussenvonnis van de rechtbank terug te verwijzen naar de rechtbank?
Samenvatting
In deze procedure wordt een advocatenkantoor aangesproken door curatoren vanwege het vermeend meewerken aan de onttrekking van de opbrengst van de verkoop van een vliegtuig.
De rechtbank heeft diverse tussenvonnissen gewezen. Bij tussenvonnis van 23 maart 2016 is onder meer geoordeeld dat het advocatenkantoor onzorgvuldig en onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan geleden schade. De rechtbank heeft tussentijds hoger beroep toegestaan van het tussenvonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.