JAR 2018/185
Hof is ten onrechte voorbijgegaan aan bewijsaanbod werkneemster over haar functioneren.
HR 29-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:1045
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/04022
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1045, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:398, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2017
- Wetingang
Essentie
De werkneemster is in 1992 als arts-microbioloog in dienst getreden bij een rechtsvoorganger van de werkgever. Op verzoek van de werkgever heeft de kantonrechter per 1 januari 2017 de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden vanwege de door de werkgever aangevoerde problemen in de communicatie en samenwerking met de werkneemster. Daarbij is de transitievergoeding toegekend, maar geen billijke vergoeding. In hoger beroep heeft het hof de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd. De werkneemster heeft beroep in cassatie ingesteld en heeft aangevoerd dat het hof ten onrechte haar bewijsaanbod heeft gepasseerd. De A-G heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.