Rb. Haarlem (vzr.), 10-06-2004, nr. 101429/KGZA04-192
ECLI:NL:RBHAA:2004:AP1344
- Instantie
Rechtbank Haarlem (Voorzieningenrechter)
- Datum
10-06-2004
- Zaaknummer
101429/KGZA04-192
- LJN
AP1344
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Mededingingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBHAA:2004:AP1344, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 10‑06‑2004; (Kort geding)
- Vindplaatsen
BIE 2006, 10
Uitspraak 10‑06‑2004
Inhoudsindicatie
Elektronisch zeeslag-spel van gedaagden is geen slaafse nabootsing van het zeeslag-spel van eiseressen. Verder is er geen sprake van merkinbreuk. Het merk BATTLESHIP is gedurende de laatste vijf jaar niet normaal gebruikt binnen de Benelux zodat te verwachten is dat een vordering tot vervallenverklaring gehonoreerd zal worden. Het merk ZEESLAG is uitsluitend beschrijvend en ontbeert ieder onderscheidend vermogen, met als gevolg dat dit merk niet voor een dergelijk spel gemonopoliseerd kan worden. Dat er sprake zou zijn van inburgering hebben eiseressen op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt.
Zaaknummer: 101429/KG ZA 04-192
Vonnisdatum: 10 juni 2004
754
RECHTBANK TE HAARLEM,
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
1. de rechtspersoon naar vreemd recht HASBRO INTERNATIONAL INC.,
gevestigd te Pawtucket, Rhode Island, Verenigde Staten van Amerika,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HASBRO B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MB INTER-
NATIONAL B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Ter Apel,
eisende partij,
procureur: mr. M. Middeldorp,
advocaten: mr. M.P.M. Loos en mr. R.J. in 't Veld te Amsterdam,
-- tegen --
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TULIP TOYS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hoofddorp,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INCOPARTS SERVICES B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hoofddorp,
gedaagde partij,
procureur: mr. H.K. Garvelink,
advocaat: mr. J.V. van Balen te Rotterdam.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Hasbro, Hasbro International en MB (tezamen ook als Hasbro c.s.), respectievelijk Tulip Toys en Incoparts (tezamen ook als Tulip Toys c.s.).
1. Het verloop van het geding
1.1 Ter terechtzitting van 25 mei 2004 hebben Hasbro c.s. overeenkomstig de dagvaarding gesteld en gevorderd als hierna onder 3. weergegeven en die vordering toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnotities. Tulip Toys c.s. hebben tegen deze vordering verweer gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities.
1.2 Na verder debat in tweede termijn hebben partijen vonnis gevraagd. De uitspraak daarvan is aanvankelijk bepaald op 8 juni 2004 en vervolgens nader bepaald op heden.
2. De vaststaande feiten
2.1 In dit geding wordt van het volgende uitgegaan:
a. (De ondernemingen van) Hasbro en Hasbro International houden zich bezig in het ontwerpen, fabriceren en wereldwijd verhandelen van spellen en speelgoed, waaronder de zogenaamde "MB-spellen". Hasbro verkoopt haar producten via groothandelaren, detaillisten en aan consumenten in binnen- en buitenland.
b. MB is aandeelhoudster van Hasbro.
c. Sinds 1972 brengt Hasbro het MB-spel Zeeslag (verder: Zeeslag) op de Nederlandse markt.
d. Zeeslag wordt door Hasbro in verschillende versies op de markt gebracht: een huiskamerversie, een reisversie en een elektronische versie. De elektronische versie van Zeeslag is vanaf 1981 tot begin jaren 1990 in Nederland verkocht.
e. Op 4 september 1974 heeft Hasbro International het merk ZEESLAG in de Benelux gedeponeerd onder nummer 327867 voor klasse 28 (gezelschapsspellen).
f. Op 11 januari 1977 heeft MB het merk BATTLESHIP in de Benelux gedeponeerd onder nummer 343243 voor klasse 28 (spellen).
g. Tulip Toys brengt een spel op de markt onder de naam Naval Battle (verder: Naval Battle). Van Naval Battle bestaat alleen een elektronische versie.
h. Incoparts is bestuurder en aandeelhouder van Tulip Toys.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 Hasbro c.s. vorderen, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. Tulip Toys zal gebieden om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis de met Hasbro gemaakte afspraken zoals neergelegd in de schikkingsovereenkomst d.d. 29 januari 2004 na te komen;
2. Voor zover de voorzieningenrechter van mening is dat Tulip Toys niet bevolen kan worden de schikkingsovereenkomst na te komen en het gevorderde sub 1 afwijst, Tulip Toys (naast Incoparts) zal gebieden overeenkomstig sub 3 t/m 7 als hierna geformuleerd;
3. Incoparts zal gebieden om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis, het onrechtmatig handelen jegens Hasbro c.s. zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding te staken en gestaakt te houden;
4. Incoparts zal gebieden om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de Benelux merken ZEESLAG (nr. 327867) en BATTLESHIP (nr. 343243) van respectievelijk Hasbro International en MB, meer in het bijzonder het gebruik maken van het teken Naval Battle of een daarmee overeenstemmend teken in verband met het verhandelen van spellen, te staken en gestaakt te houden;
5. Incoparts zal gebieden binnen tien dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaat van Hasbro c.s. schriftelijk, door een registeraccountant gecertificeerde, met deugdelijke bescheiden gestaafde opgave te doen van:
(i) de totale hoeveelheid inbreukmakende Naval Battle spellen die bij Tulip Toys c.s., dan wel enig aan het verbonden (rechts)persoon per datum van het vonnis aanwezig zijn;
(ii) de totale hoeveelheid inbreukmakende Naval Battle spellen die door Tulip Toys c.s., dan wel enig aan het verbonden (rechts)persoon zijn ingekocht dan wel zijn vervaardigd of heeft dien inkopen dan wel heeft doen vervaardigen;
(iii) de door Tulip Toys c.s. intern gerekende kostprijs dan wel betaalde inkoopprijzen alsmede de door Tulip Toys c.s. gehanteerde verkoopprijzen voor de inbreukmakende Naval Battle spellen;
(iv) het totale bedrag van de door Tulip Toys c.s. als gevolg van de verhandeling van Naval Battle genoten winst;
(v) de namen en adressen van alle bij de verhandeling en vervaardiging van de Naval Battle spellen betrokken (rechts)personen (waaronder de namen en adressen van alle leveranciers), als ook de namen en adressen van de (rechts)personen aan welke de inbreukmakende producten zijn geleverd;
6. Incoparts zal gebieden binnen tien dagen na betekening van dit vonnis de voorraden Naval Battle spellen bij haar afnemers op te kopen tegen betaling van de koopprijs waarvoor Naval Battle aan eindgebruikers wordt aangeboden alsmede betaling van eventuele voor de afnemers met terugbetaling gemoeide kosten en aan de advocaat van Hasbro c.s. een schriftelijke en door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte opgaaf te doen van de bij afnemers teruggehaalde Naval Battle spellen;
7. Incoparts zal gebieden binnen vijf dagen na verstrijken van de termijn onder 6 de totale bij gedaagde aanwezige voorraad inbreukmakende Naval Battle spellen, waaronder begrepen de door de afnemers van Tulip Toys c.s. geretourneerde spellen, op eigen kosten aan Hasbro c.s. af te geven op het adres Kanaalweg 17-J, 3526 KL te Utrecht, totdat omtrent de bestemming van de Naval Battle spellen in een procedure dan wel bij overeenkomst tussen partijen onherroepelijk is beslist;
8. Tulip Toys c.s. zal gebieden aan het bovenstaande te voldoen op straffe van verbeurte van een dwangsom voor iedere overtreding dan wel niet-nakoming van EUR 50.000,-- te vermeerden met EUR 5.000,-- voor de dag of het gedeelte daarvan dat de overtreding dan wel niet-nakoming voortduurt;
9. De termijn ingevolge waarbinnen op grond van artikel 50, lid 6 van het TRIPS-Verdrag een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt zal bepalen op zes maanden na het in kracht van gewijsde gaan van dit vonnis;
10. Tulip Toys c.s. zal veroordelen in de kosten van dit geding, daaronder begrepen de buitengerechtelijke kosten waaronder die van de advocaat van Hasbro c.s.
3.2 Hasbro c.s. leggen primair aan hun vordering ten grondslag dat op 20 januari 2004 tussen partijen is overeengekomen dat Tulip Toys de intellectuele eigendomsrechten van Hasbro op Zeeslag zou respecteren en dat zij de verkoop van Naval Battle zou staken. Subsidiair, voor het geval het bestaan van genoemde overeenkomst niet in rechte zou komen vast te staan, leggen Hasbro c.s. aan hun vordering ten grondslag dat Tulip Toys c.s. door het verhandelen van Naval Battle onrechtmatig jegens Hasbro c.s. handelen, nu dat spel een slaafse nabootsing van Zeeslag is. Voorts maken Hasbro c.s. door het gebruik van het teken Naval Battle inbreuk in de zin van artikel 13 A lid 1 sub b en/of c en/of artikel 13 C tweede alinea van de Benelux Merkenwet (hierna: 'BMW') op de Benelux merken ZEESLAG en BATTLESHIP van respectievelijk Hasbro International en MB.
4. Het verweer en de slotsom daarvan
Tulip Toys c.s. hebben tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing daarvan met veroordeling van Hasbro c.s. in de kosten van het geding. Op dit verweer zal, voorzover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
5. De gronden van de beslissing
De overeenkomst van 20 januari 2004
5.2 Het bestaan van de door Hasbro c.s. gestelde (vaststellings)overeenkomst is door Tulip Toys c.s. gemotiveerd betwist. De voorzieningenrechter overweegt dat uit de door Hasbro c.s. overgelegde stukken en hetgeen partijen ter zitting hebben medegedeeld niet kan worden vastgesteld dat de door Hasbro c.s. gestelde overeenkomst is aangegaan. Het door Hasbro opgemaakte contract d.d. 29 januari 2004 omtrent de gestelde overeenkomst van 20 januari 2004 is door Tulip Toys niet ondertekend. Enig ander van Tulip Toys c.s. afkomstig stuk waaruit kan blijken dat Tulip Toys met die overeenkomst akkoord ging, ontbreekt. Om te kunnen bepalen of de door Hasbro c.s. gestelde overeenkomst tot stand is gekomen, zal bewijslevering door middel van het horen van getuigen nodig zijn. Door zijn aard leent een kort geding zich daar echter niet voor. Mitsdien kan het gevorderde niet op basis van de door Hasbro c.s. gestelde overeenkomst worden toegewezen.
Slaafse nabootsing
5.3 Tulip Toys c.s. hebben aangevoerd dat Hasbro c.s. geen beroep toekomt op slaafse nabootsing van de elektronische versie van Zeeslag. Zij hebben in dit verband het volgende aangevoerd. De elektronische versie van Zeeslag is te beschouwen als een model. De elektronische versie van Zeeslag is in 1977, na de invoering in 1975 van de Eenvormige Beneluxwet inzake Tekeningen of Modellen (BTMW) in het verkeer gebracht. Tulip Toys heeft vóór 1 december 2003, de datum waarop de BTMW is gewijzigd en waarbij artikel 14 lid 8 BTMW is geschrapt, Naval Battle in het verkeer gebracht. Op grond van het, gezien genoemde feiten, ten deze van toepassing zijnde 14 lid 8 (oud) BTMW kan het model van de elektronische versie van Zeeslag alleen via het modelrecht beschermd worden, hetgeen Hasbro c.s. niet hebben gedaan. Als gevolg hiervan komt Hasbro c.s. geen beroep op het gemene recht toe. Bij de vraag of ten aanzien het (elektronisch) spel Naval Battle sprake is van slaafse navolging dient de elektronische versie van Zeeslag dan ook geheel buiten beschouwing te blijven.
5.4 De voorzieningenrechter overweegt met betrekking tot het vorenstaande als volgt. Door Hasbro c.s. is niet betwist dat de elektronische versie van Zeeslag eerst na de invoering van de BTMW in het verkeer is gebracht. In artikel 14 lid 8 BTMW was bepaald dat voor feiten die alleen inbreuk op een tekening of model inhouden geen vordering kan worden ingesteld op grond van de wettelijke bepalingen inzake de bestrijding van de oneerlijke mededinging. Bij Protocol houdende wijziging van de Eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen van 20 juni 2002 is artikel 14 lid 8 BTMW geschrapt. De onderhavige wijziging is op 1 december 2003 in werking getreden. Met betrekking tot vóór dat tijdstip aangevangen handelingen bepaalt artikel IV van voornoemd Protocol: "Artikel 14, onder1, is niet van toepassing op handelingen die worden verricht door degene die daarmee vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit Protocol was begonnen, indien de houder van de tekening of het model zich niet kan verzetten tegen deze handelingen krachtens de tekst van artikel 14 zoals deze luidde vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit protocol". In een door Hasbro c.s. in het geding gebracht afschrift van een folder van "Kruidvat" met aanbiedingen geldig van 18 tot en met 29 november 2003 wordt onder meer Naval Battle aangeboden. Voor zover Hasbro c.s. dit nog heeft willen betwisten, moet mitsdien worden vastgesteld dat vóór 1 december 2003 een begin is gemaakt met het in het verkeer brengen van Naval Battle. Op grond van dit alles moet worden geconcludeerd dat Hasbro c.s. voor wat betreft Naval Battle geen beroep toekomt op slaafse nabootsing van de elektronische versie van Zeeslag. Dit oordeel zou alleen anders kunnen zijn indien sprake zou zijn van andere gedragingen van Tulip Toys c.s. die zijn aan te merken als ongeoorloofde mededinging. Hasbro c.s. hebben hieromtrent echter niets gesteld.
5.5 Tussen partijen is niet in geschil dat de huiskamerversie en de reisversie van Zeeslag vóór de invoering van de BTMW op de markt zijn gebracht waardoor, krachtens het bepaalde in artikel 25 BTMW, ten aanzien van deze versies wel een beroep op slaafse nabootsing openstaat.
5.6 Voorop gesteld moet worden dat nabootsing van het product van een concurrent dat niet door een recht van intellectuele eigendom wordt beschermd in beginsel mag. Nabootsen is alleen dan ongeoorloofd indien men, zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen, op bepaalde punten evengoed een andere weg had kunnen inslaan en men door dit na te laten verwarring sticht. Om verwarring te kunnen doen ontstaan, is wel nodig dat het beweerdelijk nagebootste product onderscheidend vermogen heeft/een eigen plaats op de desbetreffende markt inneemt.
5.7 Wat dat laatste betreft hebben Tulip Toys c.s. onder verwijzing naar en overlegging van door derden geproduceerde en in het verkeer gebrachte soortgelijke spelen als Zeeslag en Naval Battle aannemelijk gemaakt dat Zeeslag, los gezien van enige specifieke versie van dat spel, op de markt van gezelschapsspelen weinig tot geen onderscheidend vermogen heeft. Voorts moet worden vastgesteld dat een vergelijking van het (elektronische) spel Naval Battle met de huiskamerversie en reisversie van Zeeslag vele punten van verschil oplevert. Ook om die reden kan niet gezegd worden dat het in het verkeer brengen van Naval Battle verwarringsgevaar ten aanzien van de huiskamerversie en/of de reisversie van Zeeslag oplevert. Het belangrijkste verschil tussen genoemde versies van Zeeslag en Naval Battle is dat die versies van Zeeslag niet-elektronisch zijn en Naval Battel dat wel is. Dit leidt tot tal van verschillen in de vormgeving en werking van het spel. Ook wat betreft de verpakking van de spellen zijn er aanzienlijke verschillen, zoals het taalgebruik op de doos, de kleuren en afbeeldingen. Hetzelfde geldt voor de uitvoering van de spelregels. In feite is de enige vorm van overeenstemming tussen genoemde twee spelen van Hasbro enerzijds en Navy Battle anderzijds het spelconcept, dat is gebaseerd op het welbekende scholierenspelletje zeeslag (vergelijk ook Hof Amsterdam, 21 januari 1999, IER 1999/21; bevestigd door Hoge Raad 21 juni 2001, NJ 2001/602) - wat daarmee niet beschermd is - en dat er in beide gevallen gebruik wordt gemaakt van bootjes en pinnetjes.
5.8 Uit de vergelijking van de genoemde twee versies van Zeeslag en Naval Battle is aldus vooralsnog aannemelijk dat, gezien het totaalbeeld dat die de spellen oproepen, er geen gevaar voor verwarring te duchten valt bij het kopend publiek, zelfs nu dat de spellen meestal niet naast elkaar zal zien en vaak weinig oplettend zal zijn. Tulip Toys c.s. heeft vooralsnog aannemelijk gemaakt dat zij - met inachtname van de beperkingen die door het spel zelf worden ingegeven - zoals de bootjes en pinnetjes - redelijkerwijs alles heeft gedaan wat mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van Naval Battle verwarring ontstaat of wordt vergroot.
5.9 Op grond van het hiervoor overwogene kan het gevorderde ook niet op basis van de door Hasbro c.s. gestelde slaafse nabootsing worden toegewezen.
Merkinbreuk
5.10 Tulip Toys c.s. hebben aangevoerd dat het merk BATTLESHIP van MB gedurende de laatste vijf jaar niet meer normaal in de Benelux is gebruikt met als gevolg dat het merk ex artikel 5 lid 2 sub a BMW jo artikel IV Protocol 1992 juncto artikel 14 C lid 1 BMW is vervallen, althans vervallen verklaard dient te worden, hetgeen zij in deze kort geding-procedure expliciet als verweer voeren.
5.11 In de onderhavige procedure hebben Hasco c.s. niet aangetoond noch (enigszins) aannemelijk gemaakt dat zij het merk BATTLESHIP gedurende de laatste vijf jaar normaal hebben gebruikt binnen het Benelux-gebied voor de waren waarvoor het merk is ingeschreven of dat zij voor dit niet-gebruik een geldige reden hadden. Dat op de Amerikaanse website van Hasbro het spel zeeslag onder de naam "Battleship" wordt aangeboden, kan dit niet anders doen zijn, nu Tulip Toys c.s. onweersproken hebben aangevoerd dat deze site in het geheel niet is gericht op de Benelux. Dat gebruik is daarmee niet te beschouwen als "normaal gebruik" van het merk in de Benelux. Gezien het vorenstaande is te verwachten dat een vordering van Tulip Toys c.s. tot vervallenverklaring van het merk BATTLESHIP op grond van niet-gebruik gehonoreerd zal worden. Gezien die prognose is de inbreukvordering van Hasbro c.s. met betrekking tot dit merk in dit kort geding niet toewijsbaar.
5.12 Met betrekking tot het merk ZEESLAG van Hasbro hebben Tulip Toys c.s. primair aangevoerd dat dit merk niet geldig is aangezien het beschrijvend is en daardoor ieder onderscheidend vermogen mist. Het merk ZEESLAG dient op die grond in overeenstemming met artikel 14 A lid 1 sub a BMW jo artikel 1 BMW nietig verklaard te worden. Tulip Toys c.s. doen in dit kort geding als verweer expliciet een beroep op deze nietigheid. Indien en voorzover dit betoog niet wordt gevolgd, hebben Tulip Toys c.s. betwist dat het teken Naval Battle overeenstemt met het merk ZEESLAG.
5.13 Zoals hiervoor onder 5.11 met betrekking tot het merk BATTLESHIP is gedaan, dient ook hier te worden onderzocht hoe de bodemrechter naar verwachting de vraag of er sprake is van een nietig merk en zo nee, of er dan sprake is van merkinbreuk, zal beantwoorden.
5.14 De voorzieningenrechter constateert, mede op grond van hetgeen door Tulip Toys c.s. is aangevoerd, dat zeeslag een normaal woord uit de Nederlandse taal is. Zo omschrijft Van Dale handwoordenboek Nederlands zeeslag ook als "spel, waarbij een tevoren op ruitjespapier ingetekende vloot door het opgeven van coördinaten tot zinken wordt gebracht". Dat Hasbro's uitvoering niet meer is dan het door Van Dale omschreven zeeslag-spel is reeds uitgemaakt in het eerder genoemde arrest van het Hof Amsterdam van 21 januari 1999, IER 1999/21 (en bevestigd door Hoge Raad 21 juni 2001, NJ 2001/602). Het Hof heeft in die uitspraak overwogen dat "(…) de idee van Zeeslag is ontleend aan een, in de bewoordingen van de spelregels van Milton Bradley c.s., welbekend scholierenspelletje. Het wordt, naar ook algemeen bekend is, gespeeld op papier, dat de spelers voor elkaars blikken afschermen. Iedere speler tekent op zijn papier twee in vakjes verdeelde en van coördinaten voorziene speelvelden. Op het eerste speelveld situeert men de eigen schepen (stukken). De spelers trachten vervolgens om beurten de schepen van de ander tot zinken te brengen. De daartoe nodige schotenwisseling bestaat uit het noemen van coördinaten en het naar waarheid opgeven van wat zich op het "getroffen" coördinaat bevindt. De score wordt op het tweede speelveld bijgehouden. (…) Derhalve behelst de uitwerking van de idee van Zeeslag in de vormgeving van het spel niet meer dan nodig is om van het op papier gespeelde spelletje eren gezelschapsspel te maken". Ook uit hetgeen ter zitting is gesteld omtrent gedane 'belrondes' is aannemelijk geworden dat het woord zeeslag wordt gebruikt voor een dergelijk spel zonder dat daarbij op een of andere wijze naar een bepaalde onderneming wordt verwezen, laat staan de door Hasbro c.s. gevoerde ondernemingen. Dit leidt tot de conclusie dat zeeslag een algemeen gangbare (generieke) aanduiding in de Nederlandse taal is voor een spel als het onderhavige en als zodanig ook door het publiek wordt opgevat.
5.15 Een dergelijk merk is naar het oordeel van de voorzieningenrechter uitsluitend beschrijvend voor een spel in vorenbedoelde zin en ontbeert als gevolg van dat beschrijvende karakter ieder onderscheidend vermogen, met als gevolg dat dit merk niet voor een dergelijk spel kan worden gemonopoliseerd. Hetgeen Hasbro c.s. in dit verband hebben aangevoerd, kan niet tot een ander oordeel leiden. Hasbro c.s. hebben gesteld dat het spel Zeeslag onder deze naam al sinds 1972 op de markt wordt gebracht en dat het door inburgering onderscheidend vermogen heeft gekregen, zelfs in die zin dat het een bekend merk is geworden. Hasbro c.s. achten dit een feit van algemene bekendheid en hebben hieromtrent dan ook geen marktonderzoek laten verrichten. De voorzieningenrechter overweegt dienaangaande dat zo een generieke aanduiding voor de desbetreffende waar door gebruik als merk al onderscheidend vermogen kan verkrijgen, Hasbro c.s. hebben nagelaten die inburgering voor het merk Zeeslag op enige wijze aannemelijk te maken. De enkele stelling van Hasbro c.s. dat jaarlijks een bedrag van € 70.000,-- aan reclame voor Zeeslag wordt uitgegeven, is in dit verband onvoldoende. Gezien de onder 5.14 vermelde omstandigheden hadden Hasbro c.s. niet kunnen volstaan met de enkele stelling dat het een feit van algemene bekendheid is dat Zeeslag door inburgering onderscheidend vermogen heeft gekregen en een bekend merk is geworden. Op grond van hetgeen thans bekend is, acht de voorzieningenrechter het waarschijnlijk dat de bodemrechter, indien terzake geadieerd, een beroep op nietigheid van het merk ZEESLAG zal honoreren.
5.16 Op grond van het hiervoor overwogene kan het gevorderde evenmin op basis van de door Hasbro c.s. gestelde merkinbreuk worden toegewezen.
5.17 Mitsdien dient de gevraagde voorziening te worden geweigerd. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Hasbro c.s. in de kosten van het geding worden veroordeeld.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter:
6.1 Weigert de gevraagde voorziening.
6.2 Veroordeelt Hasbro c.s. in de kosten van dit geding, tot op de uitspraak van dit vonnis aan de zijde van Tulip Toys c.s. begroot op € 241,-- aan verschotten en € 703,-- aan salaris voor de procureur.
6.3 Verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer, voorzieningenrechter van deze rechtbank, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 10 juni 2004, in tegenwoordigheid van de griffier.