Prg. 2004, 6197
Executiegeschil voorwaardelijke ontbindingsbeschikking. Indien kantonrechter/voorzieningenrechter reeds voorshands het ontslag op staande voet kansloos acht in bodemprocedure, berustte het inroepen van de buitengerechtelijke vernietiging van dat ontslag terecht op een rechtsgrond en duurde de arbeidsovereenkomst voort tot de dag van ontbinding. Strekking art. 7:685 BW: spoedige beslissing. Geen misbruik van executiebevoegdheid.
Rb. Haarlem (vzr.) 19-03-2004, ECLI:NL:RBHAA:2004:AO6263
- Instantie
Rechtbank Haarlem (Voorzieningenrechter)
- Datum
19 maart 2004
- Magistraten
mr. A.H. Schotman
- Zaaknummer
99896/KGZA04-82
- LJN
AO6263
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBHAA:2004:AO6263, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 19‑03‑2004
- Wetingang
BW art. 3:37; BW art. 3:49; BW art. 3:50; BW art. 3:53; BW art. 7:678; BW art. 7:685
Essentie
Executiegeschil voorwaardelijke ontbindingsbeschikking. Indien kantonrechter/voorzieningenrechter reeds voorshands het ontslag op staande voet kansloos acht in bodemprocedure, berustte het inroepen van de buitengerechtelijke vernietiging van dat ontslag terecht op een rechtsgrond en duurde de arbeidsovereenkomst voort tot de dag van ontbinding. Strekking art. 7:685 BW: spoedige beslissing. Geen misbruik van executiebevoegdheid.
Samenvatting
Werkgeefster vordert in kort geding schorsing van de executie van voorwaardelijke ontbindingsbeschikking, waarbij — op staande voet ontslagen — werknemer als vergoeding € 38 000 bruto is toegewezen. Met verwijzing naar Hof Leeuwarden 23 juli 2003 (JAR 2003/211) zou de voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.