NJF 2004, 276
Beslagrecht. Een vordering tot zekerheid waarvan beslag is gelegd, wordt door het hof afgewezen en nu wordt in kort geding opheffing van het beslag gevorderd. Is nu summierlijk gebleken van de ondeugdelijkheid van de vordering? De vordering tot opheffing wordt afgewezen.
Rb. Haarlem (vzr.) 20-02-2004, ECLI:NL:RBHAA:2004:AO4838
- Instantie
Rechtbank Haarlem (Voorzieningenrechter)
- Datum
20 februari 2004
- Magistraten
Mr. A.J. van der Meer
- Zaaknummer
98957/KGZA04-29
- LJN
AO4838
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBHAA:2004:AO4838, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 20‑02‑2004
- Wetingang
Essentie
Beslagrecht. Een vordering tot zekerheid waarvan beslag is gelegd, wordt door het hof afgewezen en nu wordt in kort geding opheffing van het beslag gevorderd. Is nu summierlijk gebleken van de ondeugdelijkheid van de vordering? Is het arrest nog niet in kracht van gewijsde is gegaan?
De vordering tot opheffing wordt afgewezen.
Partij(en)
P.W.N.M. Kok, te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer, eisende partij, proc. mr. J. Koekkoek,
tegen
W. Visser-Idsinga, te Aalsmeer, gedaagde partij, adv. mr. M.H.J. van der Tol te Amsterdam.
Uitspraak
(Post alia:)
- a.
Op 11 april 2000 heeft Visser-Idsinga beslag doen leggen op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.