Prg. 2008, 185
Incidentele vordering tot het stellen van zekerheid voor executie van een bij voorraad uitvoerbaar verklaard vonnis, waarbij ontslag op staande voet van directeur is vernietigd en werkgeefster is veroordeeld tot betaling van bijna 1,5 miljoen euro, afgewezen, aangezien reeds is betaald en eerder een dergelijke vordering is ingetrokken.
Hof 's-Gravenhage 09-09-2008, ECLI:NL:GHSGR:2008:BF0394
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
9 september 2008
- Magistraten
Mrs. C.G. Beyer-Lazonder, S.R. Mellema, R.C. Schlingemann
- Zaaknummer
105.006.761/01
- LJN
BF0394
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Horecarecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2008:BF0394, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 09‑09‑2008
- Wetingang
BW art. 7:677; Rv art. 223; Rv art. 233; Rv art. 235
Essentie
Procesrecht. Executierecht. Kan incidenteel zekerheid worden gevorderd voor de executie van een in appèl aanhangig, uitvoerbaar bij voorraad gegeven vonnis?
Ja, doch niet wanneer reeds is betaald en eerder een dergelijke vordering is ingetrokken.
Samenvatting
In eerste aanleg heeft (statutair) directeur met succes zijn ontslag op staande voet op 7 maart 2006 aangevochten en is bij vonnis van 11 juli 2007 werkgeefster veroordeeld tot betaling van achterstallig salaris en van € 956 944,30 bruto ter zake van een contractuele afvloeⅱngsregeling alsmede de kosten (buitengerechtelijke € 7642,18, proces € 16 564,60). Het vonnis was uitvoerbaar bij voorraad. Werkgeefster heeft € 1 058 345,89 betaald. In appèl (tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.