NJF 2004, 605
Onrechtmatige overheidsdaad. Van D. vordert schadevergoeding van de Staat omdat deze de belangen van Van D. niet zorgvuldig en adequaat zou hebben behartigd door zich niet actiever met zijn zaak te bemoeien. Zou zijn hoger beroep eerder zijn behandeld en zou hij eerder zijn vrijgelaten, dan zou een infectie aan een beenwond niet, zoals nu is gebeurd, uiteindelijk tot arbeidsongeschiktheid hebben geleid. Het hof bekrachtigt het vonnis waarbij de vordering is afgewezen.
Hof 's-Gravenhage 25-11-2004, ECLI:NL:GHSGR:2004:AR7484
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
25 november 2004
- Magistraten
mrs. A. Dupain, S.K. Welbedacht, H. de Groot
- Zaaknummer
02/43
- LJN
AR7484
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2004:AR7484, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 25‑11‑2004
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Van D. vordert schadevergoeding van de Staat omdat deze de belangen van Van D. niet zorgvuldig en adequaat zou hebben behartigd door zich niet actiever met zijn zaak te bemoeien. Zou zijn hoger beroep eerder zijn behandeld en zou hij eerder zijn vrijgelaten, dan zou een infectie aan een beenwond niet, zoals nu is gebeurd, uiteindelijk tot arbeidsongeschiktheid hebben geleid. Het hof bekrachtigt het vonnis waarbij de vordering is afgewezen.
Partij(en)
J.G. van D., te U., appellant, proc. mr. L.S.J. de Korte,
tegen
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Buitenlandse Zaken), geïntimeerde, proc. mr. G.J.H. Houtzagers. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.