NJ 2004, 107
I.c. leidt gebrek aan mogelijkheid aan getuige, op wiens verklaring eventuele bewezenverklaring en veroordeling in beslissende mate zou berusten, te ondervragen, tot conclusie dat wegens onvoldoende wettig en ook verdragsrechtelijk genoegzaam bewijs vrijspraak moet volgen.
Hof 's-Gravenhage 03-12-2003, ECLI:NL:GHSGR:2003:AN9438
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
3 december 2003
- Magistraten
Oosterhof, Aler, Heemskerk
- Zaaknummer
2200070601
- LJN
AN9438
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2003:AN9438, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 03‑12‑2003
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
I.c. leidt gebrek aan mogelijkheid aan getuige, op wiens verklaring eventuele bewezenverklaring en veroordeling in beslissende mate zou berusten, te ondervragen, tot conclusie dat wegens onvoldoende wettig en ook verdragsrechtelijk genoegzaam bewijs vrijspraak moet volgen.
Uitspraak
(Post alia:)
2
Het hof stelt vast dat in deze — op het eerste oog — overvloed aan bewijsmateriaal het alleen de onder b. bedoelde verklaringen van [naam] zijn, waaruit de betrokkenheid van de verdachte bij het hem tenlastegelegde rechtstreeks kan worden afgeleid; ten aanzien van de onder c. bedoelde verklaringen van [naam] stelt het hof vast dat deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.