Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 4.5a Verplichtingen voor aanvraag bekostiging
Geldend
Geldend van 01-08-2022 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, vermeldt:
- a.
de schoolsoort of schoolsoorten;
- b.
of het openbaar of bijzonder onderwijs betreft; en
- c.
de beoogde plaats van vestiging van de school, scholen, scholengemeenschap, scholengemeenschappen of nevenvestiging.
2.
De aanvraag gaat vergezeld van:
- a.
een belangstellingsmeting;
- b.
een beschrijving van het voorgenomen beleid over de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school, scholengemeenschap, nevenvestiging of het profiel, bedoeld in artikel 2.26, tweede lid, zal worden gevoerd, voor zover dit betreft de uitwerking van de wettelijke voorschriften voor:
- 1°
de inrichting van het onderwijs, bedoeld in artikel 1.4, tweede lid;
- 2°
het totaal aantal uren en het soort activiteiten dat als onderwijstijd als bedoeld in artikel 2.38 zal worden geprogrammeerd;
- 3°
de inhoud van een in onderwijstijd verzorgd samenhangend onderwijsprogramma, geldend voor de schoolsoort en leerweg, bedoeld in de artikelen 2.12 tot en met 2.17, 2.19 tot en met 2.27 en 2.37, en de referentieniveaus, bedoeld in artikel 2 van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, voor zover deze schoolsoort of leerweg van toepassing is op de aanvraag;
- 4°
de inhoud van het onderwijs, bedoeld in artikel 2.2;
- 5°
leerlingen die extra ondersteuning behoeven, bedoeld in artikel 2.41;
- 6°
de scheiding tussen de functies van bestuur en het toezicht daarop, bedoeld in artikel 3.1 en, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 7.5, een beschrijving van de over te dragen taken;
- c.
een document waaruit blijkt dat de gemeente van de beoogde plaats van vestiging, het samenwerkingsverband en de bevoegde gezagsorganen van de scholen en vestigingen binnen het voedingsgebied van de school, scholengemeenschap of nevenvestiging zijn gevraagd om te overleggen over het voornemen tot het doen van een aanvraag om bekostiging; en
- d.
een verklaring omtrent het gedrag afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, van de personen die het bestuur en het intern toezicht vormen en die op het tijdstip van het doen van de aanvraag niet ouder is dan zes maanden.
3.
De aanvraag bevat tevens:
- a.
een beschrijving van het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs;
- b.
een beschrijving van de beoogde samenstelling van de formatie van de school, scholengemeenschap, nevenvestiging of het profiel;
- c.
een beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan voorschriften die worden gesteld aan de bekwaamheid van de leraren, onderwijsondersteunende functionarissen, de rector, directeur, conrector of adjunct-directeur;
- d.
een beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de zorg voor de sociale, psychische en fysieke veiligheid van leerlingen op de school, scholengemeenschap of nevenvestiging;
- e.
een meerjarenbegroting over de eerste drie schooljaren die gebaseerd is op de bekostiging die de school, scholengemeenschap of nevenvestiging zal ontvangen gegeven het aantal te verwachten leerlingen in die periode;
- f.
de verwachtingen met betrekking tot de huisvesting;
- g.
informatie over de hoogte van en het beleid ten aanzien van de vrijwillige geldelijke bijdrage die van de ouders zal worden gevraagd en het jaarlijks verwachte totaalbedrag van die bijdragen;
- h.
informatie over de wijze waarop het bevoegd gezag uitvoering zal geven aan de afspraken, bedoeld in artikel 3.42; en
- i.
een beschrijving van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de WMS.
4.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld aan de wijze waarop de aanvraag plaatsvindt en wordt een model voor de aanvraag vastgesteld.
5.
In afwijking van het tweede lid, onderdeel c, bevat een aanvraag voor een school voor praktijkonderwijs een document waaruit blijkt dat deze aanvraag in overeenstemming is met de bevoegde gezagsorganen in het samenwerkingsverband waarvan de school deel gaat uitmaken en wordt deze ingediend na overleg met de gemeente van de beoogde plaats van vestiging.