JAR 2010/69
Nederlands arbeidsrecht voor Marokkaanse ambassadesecretaresse
HR 05-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6673 (Marokko/Aissaoui)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 februari 2010
- Magistraten
mrs Fleers, Hammerstein, van Oven, Bakels, Streefkerk
- Zaaknummer
08/02855
- LJN
BK6673
- Roepnaam
Marokko/Aissaoui
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK6673, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK6673, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑06‑2008
- Wetingang
Europese overeenkomst immuniteit van staten art. 5, United Nations Convention on Jurisdiction Immunities of States and Their Property art 11.
Essentie
Werkneemster treedt in dienst van de ambassade van Marokko en wordt ziek. De ambassade houdt op met het betalen van loon, werkneemster vordert loondoorbetaling en kantonrechter en hof wijzen haar vorderingen toe. Marokko gaat in cassatie omdat het Nederlandse arbeidsrecht niet van toepassing zou zijn op het contract. Werkneemster heeft ook de Marokkaanse nationaliteit en de aard van haar werkzaamheden zou staatsimmuniteit voor Marokko opleveren.
Hoge Raad: Internationaal gewoonterecht eist dat het woonland van werknemer in beginsel ook bepaald waar de rechtsmacht ligt, in casu Nederland. De aard van de werkzaamheden kan dit anders maken, het beroep op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.