RVR 2013/110:Omgevingsvergunning. Intrekkingsgronden. Limitatief karakter. Is een bestuursorgaan dat een omgevingsvergunning heeft verleend, in andere dan de in artikel 2.33 Wabo vermelde gevallen, voor zover een en ander niet is bedoeld als sanctie, bevoegd de vergunning in te trekken?

RVR 2013/110

Omgevingsvergunning. Intrekkingsgronden. Limitatief karakter. Is een bestuursorgaan dat een omgevingsvergunning heeft verleend, in andere dan de in artikel 2.33 Wabo vermelde gevallen, voor zover een en ander niet is bedoeld als sanctie, bevoegd de vergunning in te trekken?

Documentgegevens:

ABRvS 21-08-2013, ECLI:NL:RVS:2013:839

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum: 21 augustus 2013
Magistraten: Mr. A.W.M. Bijloos
Zaaknummer: 201209007/1/A1.
JCDI: JCDI:ADS914947:1
Vakgebied(en): Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Inrichtingen en vergunningen
Brondocumenten: ECLI:NL:RVS:2013:839, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 21‑08‑2013
Wetingang: Art. 2.33 Wabo

Essentie

Omgevingsvergunning. Intrekkingsgronden. Limitatief karakter.

Is een bestuursorgaan dat een omgevingsvergunning heeft verleend, in andere dan de in artikel 2.33 Wabo vermelde gevallen, voor zover een en ander niet is bedoeld als sanctie, bevoegd de vergunning in te trekken?

Samenvatting

In deze kwestie hadden B&W bij primair besluit van 4 januari 2012 de bij besluit van 9 december 2004 aan Lidl verleende vrijstelling voor het gebruik van panden op een aantal percelen voor detailhandel in dagelijkse goederen, ingetrokken. De eigenaar van de panden (wederpartij) had tegen dit besluit bezwaar gemaakt en het college verzocht in te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.