AB 2018/332
Het CBb ziet niet in dat de beginselen van behoorlijke (tucht)procesorde met zich brengen dat een klager gehouden is zijn klachten zoveel mogelijk in één keer naar voren te brengen.
CBb 04-04-2018, ECLI:NL:CBB:2018:99, m.nt. A.C. Hendriks
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
4 april 2018
- Magistraten
Mrs. J.L.W. Aerts, W.A.J. van Lierop, S.C. Stuldreher
- Zaaknummer
16/1293
- Noot
A.C. Hendriks
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS172874:1
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2018:99, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 04‑04‑2018
- Wetingang
Art. 22 Wtra
Essentie
Het CBb neemt afstand van het beginsel van concentratie van klachten. De beginselen van behoorlijke (tucht)procesorde schrijven dit beginsel niet voor.
Samenvatting
Het College overweegt dat uit art. 22 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) volgt dat een ieder een tuchtklacht kan indienen. Afgezien van de verjaringstermijnen van drie en zes jaar — die in lid 1 van art. 22 zijn opgenomen — heeft de wetgever in de wet geen nadere beperkingen gesteld aan de uitoefening van het klachtrecht. Onder omstandigheden kan er echter aanleiding zijn om hieraan niettemin beperkingen te stellen, bijvoorbeeld omdat een inhoudelijke behandeling in strijd zou ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.