Prg. 2023/180
Rechter beslist eerst en vooraf op incident. Indiener moet bij internetstoring de gelegenheid krijgen om dit en de niet-toerekenbaarheid van de termijnoverschrijding aannemelijk te maken.
HR 26-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:776
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 mei 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00225
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:776, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1139, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑03‑2022
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Moet rechter gelegenheid bieden om termijnoverschrijding door internetstoring nader te onderbouwen?
Ja. Niet uitgesloten is dat op moment van indienen nog niet mogelijk was om oorzaak en niet-toerekenbaarheid van verstoring te onderbouwen.
Samenvatting
Inbev B.V. huurt een bedrijfspand, maar stelt dat de huurprijs te hoog is. Inbev is het niet eens met de beslissing van de kantonrechter en gaat in hoger beroep. Op de uiterste roldatum neemt Inbev om 10:00 uur geen memorie van grieven, noch een uitstelverzoek. Pas om 12:10 uur stuurt Inbev per e-mail (Zivver) een incidentele memorie tot aanhouding ex art. 392 lid 6 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.