NJB 2018/1525:Ontslag op staande voet. Loonaanspraak. Een werknemer wordt op staande voet ontslagen. De kantonrechter vernietigt het ontslag. Het hof oordeelt dat het ontslag ten onrechte is vernietigd en beëindigt de arbeidsovereenkomst. Kan aan de werknemer zijn volledige loonaanspraak worden ontzegd over de periode tussen het ontslag op staande voet en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in hoger beroep? Hoge Raad: Uitgangspunt is dat de oorzaak van het niet verrichten van werk in de periode tussen het ontslag op staande voet en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in hoger beroep in redelijkheid niet voor rekening van de werkgever dient te komen. Er is ruimte voor een ander oordeel