Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 37 [Geneeskundige handeling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2005
- Bronpublicatie:
07-04-2005, Stb. 2005, 194 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 29413)
- Inwerkingtreding
01-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2005, Stb. 2005, 300 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
De directeur kan een jeugdige verplichten te gedogen dat ten aanzien van hem een bepaalde geneeskundige handeling wordt verricht, indien die handeling naar het oordeel van een arts volstrekt noodzakelijk is ter afwending van gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de jeugdige of van anderen. De handeling wordt verricht door een arts of, in diens opdracht, door een verpleegkundige.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de toepassing van het eerste lid. Deze regels betreffen in ieder geval de melding en de registratie van de geneeskundige handeling, alsmede de taak van de verantwoordelijke arts indien de geneeskundige handeling volstrekt noodzakelijk is ter afwending van gevaar voortvloeiend uit de geestelijke stoornis van de jeugdige.