JWB 2016/430
Insolventierecht
HR 02-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2755
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 december 2016
- Zaaknummer
16/01272
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2755, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2016
- Wetingang
Art. 350 Fw
Essentie
Insolventierecht
Samenvatting
Casus
Bij vonnis van de rechtbank is de toepassing van de schuldsaneringsregeling op verzoekstster en verzoeker tussentijds beëindigd op grond van art. 350 lid 3 van de Faillissementswet (Fw). Het gerechtshof heeft dit vonnis bij arrest bekrachtigd.
Rechtsvraag
Heeft het hof miskend dat verzoekers geen verwijt kan worden gemaakt van de tekortkomingen die het hof ten grondslag heeft gelegd aan de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling, nu verzoekster destijds onder curatele stond, welke omstandigheid door het hof niet kenbaar in zijn beoordeling is betrokken?
Beslissing
Het hof heeft onderkend dat verzoekster onder curatele ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.