Einde inhoudsopgave
Maatregel teboekgestelde schepen 1992
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 24-11-2006
- Bronpublicatie:
25-01-2006, Stb. 2006, 59 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-11-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-11-2006, Stb. 2006, 568 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
1.
Het verzoek of de aangifte tot doorhaling van de teboekstelling van een binnenschip wordt ingediend bij de rechtbank. Artikel 28, eerste lid, tweede en derde zin, is van toepassing. Indien het verzoek is gegrond op artikel 786, eerste lid, onder a, ten eerste, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, worden tevens de stukken overgelegd waaruit blijkt dat de teboekstelling niet of niet meer verplicht is. Indien het verzoek is gegrond op artikel 786, eerste lid, onder a, ten tweede, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, wordt tevens overgelegd een uittreksel uit het verdragsregister waarin wordt vermeld dat het schip onder voorwaarde van doorhaling in de openbare registers aldaar te boek gesteld is.
2.
Artikel 28, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Indien de teboekstelling wordt doorgehaald op de grond, genoemd in artikel 786, eerste lid, onder a, ten tweede, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, geeft de bewaarder een bewijs van doorhaling af, waarin de datum van de doorhaling wordt vermeld en waarin, indien inschrijvingen of voorlopige aantekeningen ten gunste van derden op het schip bestaan, wordt vermeld dat hij zich ervan heeft vergewist, dat deze derden zich niet tegen doorhaling hebben verzet.
4.
Indien de teboekstelling wordt doorgehaald op de grond, genoemd in artikel 786, eerste lid, onder a, ten derde, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, vindt doorhaling plaats onder vermelding in de registratie voor schepen dat deze doorhaling slechts rechtsgevolg heeft, wanneer binnen 30 dagen daarna door de eigenaar ter inschrijving wordt aangeboden de door hem ondertekende verklaring, genoemd in het eerste lid, onder a, ten derde, van dat artikel. De verklaring moet melding maken van de plaats, de datum en het nummer van teboekstelling.
5.
Indien een certificaat is afgegeven, wordt dit, tezamen met een eventueel duplicaat, onverwijld bij de bewaarder ingeleverd.