RAV 2010/71
Medische aansprakelijkheid. Is de patiënte geslaagd in het bewijs dat zij niet gekozen zou hebben voor de operatie als de arts haar vooraf duidelijk had ingelicht over de gevolgen en risico's?
HR 23-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL4882
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/01908
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BL4882
- JCDI
JCDI:ADS874583:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL4882, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL4882, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑02‑2010
- Wetingang
BW art. 6:106 lid 1 sub b, 7:448, 450
Essentie
Medische aansprakelijkheid.
Is de patiënte geslaagd in het bewijs dat zij niet gekozen zou hebben voor de operatie als de arts haar vooraf duidelijk had ingelicht over de gevolgen en risico's?
Samenvatting
Als gevolg van een heupoperatie is bij een patiënte een beenlengteverschil ontstaan. Ondanks dat dit beenlengteverschil onvermijdelijk was, vordert de patiënte schadevergoeding aangezien de arts haar onvoldoende heeft geïnformeerd over dit risico. De rechtbank wijst het verweer van de arts dat de vordering is verjaard, af. Vervolgens wordt de vordering bij gebrek aan bewijs van causaal verband door de rechtbank afgewezen.
Het hof wijst de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.