NJ 2021/156
Strafmotivering voldoet niet aan de eisen. Eerdere niet onherroepelijke veroordelingen ten onrechte bij strafoplegging betrokken.
HR 13-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:566
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 april 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/04626
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS267762:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:566, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:200, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2020
- Wetingang
Essentie
De strafmotivering voldoet niet aan de eisen. Het hof heeft in de strafmotivering ten onrechte niet tenlastegelegde feiten betrokken waarvoor de verdachte niet onherroepelijk was veroordeeld ten tijde van het wijzen van het arrest.
Samenvatting
Het cassatiemiddel klaagt over de strafmotivering, in het bijzonder over de overweging van het hof dat de ‘verdachte het bij herhaling voor elkaar krijgt op deze manier bij justitie in beeld te geraken’.
De Hoge Raad herhaalt de in het kader van de strafmotivering de voorwaarden waaronder eerdere niet onherroepelijke veroordelingen voor niet tenlastegelegde feiten bij de strafoplegging kunnen worden betrokken. Vgl. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.