Einde inhoudsopgave
Warenwetregeling containers
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 03-04-1999
- Bronpublicatie:
17-03-1999, Stcrt. 1999, 64 (uitgifte: 01-01-1999, regelingnummer: WBJA/W2/98/41683)
- Inwerkingtreding
03-04-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-03-1999, Stcrt. 1999, 64 (uitgifte: 01-01-1999, regelingnummer: WBJA/W2/98/41683)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Informatierecht / Reclame
1.
Bij de beproeving van de weerstand tegen vervorming in de lengterichting (statische belasting) wordt de container aan twee bodemhoekstukken die zich aan één zijde van de container bevinden, in de lengterichting vastgezet aan deugdelijke verankeringspunten. In deze stand wordt de container onderworpen aan:
- a.
een zodanige inwendige, gelijkmatig verdeelde, belasting dat de totale massa van de container en de beproevingsbelasting gelijk is aan R.
- b.
een uitwendige belasting, bestaande in trek- en drukkrachten gelijk aan Rg, resulterend in een samengestelde kracht van 2Rg op het bodemraam van de container in zijn geheel, met dien verstande dat de krachten op elk van de zijwanden in de lengterichting worden uitgeoefend in de richting van de veranderingspunten en vervolgens in omgekeerde richting.
2.
Wanneer bij een tankcontainer de totale massa van de container en de inwendig aangebrachte beproevingsbelasting minder is dan R, wordt op die container een aanvullende belasting aangebracht.