Einde inhoudsopgave
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/5.2.1
5.2.1 Inleiding
Mr. dr. J.M. Meindertsma, datum 01-06-2020
- Datum
01-06-2020
- Auteur
Mr. dr. J.M. Meindertsma
- JCDI
JCDI:ADS210127:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Voetnoten
Voetnoten
Zie bijvoorbeeld art. 137A jo. 1B FSMA. Zie ook art. 137D en art. 137R FSMA 2000.
Zie bijvoorbeeld art. 205, 206 en 206A FSMA 2000. Zie ook de Enforcement Guide van de FCA. De FCA kan overigens ook opkomen voor benadeelde consumenten door bijvoorbeeld een schadeclaim neer te leggen bij de rechter of door een instellingen op te dragen om de schade te vergoeden. Zie art. 382, 384 en 404 FSMA 2000. Dit is verder uitgewerkt in afd. 11 van de Enforcement Guide.
Zie art. 165 FSMA 2000 e.v.
Middels de Financial Services Act 2010 en 2012. Zie hierover Hudson 2013, p. 206.
Zie Ferran 2015, p. 108 en MacNeil 2012, p. 69.
Zie deel 1A FSMA 2000. Prudentieel toezicht heeft betrekking op de financiële positie van banken. Overigens is er nog de Financial Policy Committe welke zich bezighoudt met de relevante macro-aspecten. Zie ook Hudson 2013, p. 209 e.v. en Ferran 2015, p. 108.
Zie onder andere afd. 4 CONC en afd. 7 MCOB.
Art. 5.2A.4 R CONC en art. 11.6.2 R MCOB.
Art. 11.6.2 1(b) R MCOB.
Zie afd. 5A en 5B CONC.
Art. 1.1.7 G jo. art. 2.1.1 R PRIN. Zie voor hypothecair krediet ook art. 2.5A.1 R MCOB.
In het publiekrecht is de verplichting tot het uitvoeren van een kredietwaardigheidstoets te vinden in regelgeving afkomstig van de gedragstoezichthouder op de financiële markten, te weten de Financial Conduct Authority (FCA). De regelgevende bevoegdheden van de FCA vloeien voort uit de Financial Services and Markets Act 2000 (FMSA).1 De FSMA is een kaderwet die de toezichthouder voorts verschillende onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden geeft. Zo kan de FCA bijvoorbeeld statements uitbrengen, boetes opleggen en marktvergunningen intrekken.2 Om het gedrag van financiële instellingen in kaart te brengen, kan de toezichthouder bovendien plaatsen betreden en zakelijke gegevens opvragen.3 Na de recente kredietcrisis is de FSMA fundamenteel gewijzigd.4 Sindsdien beschikken toezichthouders over een breder arsenaal aan bevoegdheden en is het toezichtsysteem gestoeld op het twin-peaks model.5 Dit laatste betekent dat de FCA zich bezighoudt met het gedragstoezicht, terwijl onder meer de Prudential Regulation Authority (PRA) zich richt op prudentieel toezicht.6
De FCA heeft een FCA-Handbook (FCA-handboek) gecreëerd met daarin een breed scala aan beginselen, regels en richtsnoeren die zich mede richten tot kredietgevers. Naast informatieplichten,7 bevat dit handboek onder meer een verplichting tot het uitvoeren van een kredietwaardigheidstoets,8 een contracteerverbod voor niet-kredietwaardige consumenten,9 een verbod om bepaalde rentepercentages te bedingen10 en een verplichting om consumenten in algemene zin redelijk te behandelen.11 Dit samenspel van bepalingen laat zien dat de FCA niet alleen is uitgegaan van een consument die in staat is om, met de relevante productinformatie, een verantwoord kredietbesluit te nemen. De bepalingen die verder gaan dan informeren zijn immers mede gericht op een consument die zich niet altijd weet te redden met de ontvangen productinformatie en die mede daarom een onverantwoorde kredietbeslissing kan nemen.
Hierna wordt verder ingegaan op de kredietwaardigheidstoets die voortvloeit uit het FCA-handboek. Nadat het juridische kader is geschetst (par. 5.2.2), worden de drie aspecten van de kredietwaardigheidstoets besproken, te weten de benadering (par. 5.2.3), de beoogde terugbetaalsituatie (par. 5.2.4) en de drie stappen (par. 5.2.5).