Einde inhoudsopgave
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden
Artikel 58 [Indiening klaagschrift]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
24-01-2018, Stb. 2018, 38 (uitgifte: 16-02-2018, kamerstukken: 32398)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, Stb. 2018, 498 (uitgifte: 24-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
De verpleegde doet beklag door de indiening van een klaagschrift bij de secretaris van de beklagcommissie van de instelling waar de beslissing waarover hij klaagt is genomen.
2.
De indiening van het klaagschrift kan door tussenkomst van het hoofd van de instelling waar de verpleegde verblijft geschieden. Het hoofd van de instelling draagt in dat geval zorg dat het klaagschrift, of, indien het klaagschrift zich in een gesloten envelop bevindt de envelop, van een dagtekening wordt voorzien.
3.
Het klaagschrift vermeldt zo nauwkeurig mogelijk de beslissing waarover wordt geklaagd en de redenen van het beklag. Indien de verpleegde omtrent de beslissing waarover hij klaagt geen verzoek tot bemiddeling heeft gedaan, vermeldt hij de redenen hiervoor in het klaagschrift.
4.
Indien de verpleegde de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, kan hij het klaagschrift in een andere taal indienen. De voorzitter van de beklagcommissie kan bepalen dat het klaagschrift in de Nederlandse taal wordt vertaald. De vergoeding van de voor de vertaling gemaakte kosten geschiedt volgens regelen te stellen bij algemene maatregel van bestuur.
5.
Het klaagschrift moet uiterlijk op de zevende dag na die waarop de verpleegde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen worden ingediend. Als dag waarop het klaagschrift is ingediend, geldt die van de ontvangst door de secretaris dan wel de dagtekening, bedoeld in het tweede lid. Een na afloop van deze termijn ingediend klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de verpleegde in verzuim is geweest.
6.
Ingeval de verpleegde een verzoek tot bemiddeling inzake de bestreden beslissing heeft gedaan, dan moet, in afwijking van het bepaalde in het vijfde lid, het klaagschrift worden ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de verpleegde de schriftelijke mededeling van de bevindingen van de commissie van toezicht heeft ontvangen.