NJB 2015/643
Art. 8 EVRM. ‘Kafala’. Adoptie. Respect voor het gezinsleven. Geen erkenning van kafala in België, wel een verblijfsvergunning voor het kind. Voldoende zorgvuldige procedures en belangenafweging. Voldoende recht gedaan aan de belangen van het kind
EHRM 16-12-2014, ECLI:CE:ECHR:2014:1216JUD005226510 (Chbihi Loudoudi e.a./België)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
16 december 2014
- Zaaknummer
52265/10
- Roepnaam
Chbihi Loudoudi e.a./België
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2014:1216JUD005226510, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 16‑12‑2014
- Wetingang
Essentie
Art. 8 EVRM. ‘Kafala’. Adoptie. Respect voor het gezinsleven. Geen erkenning van kafala in België, wel een verblijfsvergunning voor het kind. Voldoende zorgvuldige procedures en belangenafweging. Voldoende recht gedaan aan de belangen van het kind
Partij(en)
Chbibi Loudoudi e.a. tegen België
Uitspraak
A. Feiten
De eerste klager, Brahim Chbibi Loudoudi en de tweede klaagster, Loubna Ben Said, zijn een echtpaar met de Belgische nationaliteit. De derde klaagster, Kamar Badiaoui, heeft de Marokkaanse nationaliteit en is het nichtje van de tweede klaagster. In 2001 hebben de eerste twee klagers een verzoek gericht tot het Belgische Office des ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.