RvdW 2017/864
Overeenkomst en derden; handelen van contractspartij onrechtmatig jegens betrokken derde?; maatstaf; in aanmerking te nemen omstandigheden; tekortschieten contractspartij in nakoming overeenkomst vereist?; uitleg HR 24 september 2004, NJ 2008/587 (Vleesmeesters/Alog) en HR 20 januari 2012, NJ 2012/59 (Wierts/Visseren).
HR 14-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1355
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02863
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1355, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:428, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2016
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Overeenkomst en derden; handelen van contractspartij onrechtmatig jegens betrokken derde?; maatstaf; in aanmerking te nemen omstandigheden; tekortschieten contractspartij in nakoming overeenkomst vereist?; uitleg HR 24 september 2004, NJ 2008/587 (Vleesmeesters/Alog) en HR 20 januari 2012, NJ 2012/59 (Wierts/Visseren).
Wanneer iemand zich contractueel heeft gebonden, waardoor de contractsverhouding waarbij hij partij is in het rechtsverkeer een schakel is gaan vormen waarmee de belangen van derden, die aan dit verkeer deelnemen, in allerlei vormen kunnen worden verbonden, staat het hem niet onder alle omstandigheden vrij de belangen te verwaarlozen die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.