NJF 2020/87
Beroep op verjaring jegens gezinsleden van een verkracht en gedood meisje is onaanvaardbaar. Vader heeft recht op shockschade. De proceskosten in de strafrechtprocedure komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Rb. Noord-Holland 08-01-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:17
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
8 januari 2020
- Magistraten
Mrs. L.J. Saarloos, A.C. Haverkate, M.C. van Rijn
- Zaaknummer
C/15/283937 / HA ZA 19-61
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNHO:2020:17, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 08‑01‑2020
- Wetingang
Art. 3:310 lid 1, lid 4, lid 5; 6:2, 96 lid 2, 106 lid 1, 108, 162 lid 1 BW; art. 161 Rv
Essentie
Beroep op verjaring jegens gezinsleden van een verkracht en gedood meisje is onaanvaardbaar. Vader heeft recht op shockschade. De proceskosten in de strafrechtprocedure komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Samenvatting
Vader en zus van een in 1992 verkracht en gedood tienermeisje in Zaandam vorderen schadevergoeding van een onlangs in eerste aanleg veroordeelde verdachte (die tegen zijn veroordeling in beroep is gegaan). Pas in 2017 is de verdachte in beeld gekomen. In 2018 is hij in eerste aanleg strafrechtelijk veroordeeld voor gekwalificeerde doodslag. Hij beroept zich onder meer op verjaring. De rechtbank overweegt allereerst dat het vrij bewijs zal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.