RvdW 2010, 134
Ondervragingsrecht getuige en diens verschoningsrecht.
HR 05-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ6932
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/01215
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BJ6932
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BJ6932, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BJ6932, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2009
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1 en lid 3 sub d
Essentie
Getuige A. is medeverdachte met betrekking tot de feiten 1, 3 en 4. Tegenover de politie heeft A. ten aanzien van alle feiten belastende verklaringen over de verdachte afgelegd, welke verklaringen door het Hof tot het bewijs zijn gebezigd. Zowel ter terechtzitting in eerste aanleg als in hoger beroep is A als getuige gehoord. Daarbij heeft hij ten aanzien van deze feiten een beroep gedaan op zijn verschoningsrecht. In aanmerking genomen dat A. als getuige is opgeroepen en is gehoord ter terechtzitting van het Hof en dat de verdediging gelegenheid heeft gehad om over die getuige, diens eerder afgelegde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.