NJ 2018/33
1. Cassatieberoep staat niet open tegen tussenbeschikking in beklagzaak. 2. Afgeleid verschoningsrecht.
HR 18-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:369, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/00535
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124426:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Mededingingsafspraken
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:369, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2013
- Wetingang
Art. 97 lid 1, 218, 445, 552a, 552d lid 2 Sv
Essentie
1. Ten aanzien van de beslissingen die de Rechtbank met betrekking tot de stukken ‘onder matter-nummer 2’ heeft genomen, is de beschikking te beschouwen als een tussenbeschikking (vgl. HR 20 januari 1987, NJ 1987/892). Klaagster kan in het ingestelde beroep niet worden ontvangen voor zover het ingestelde beroep tegen de hier bedoelde beslissingen van de rechtbank is gericht. Een andere opvatting — waarbij het openstaan van beroep in cassatie tegen een tussenbeschikking afhankelijk zou zijn van het antwoord op de vraag of daarin al of niet een beslissing is vervat die, zoals in de schriftuur wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.