RBP 2019/90
Wijzen van vonnis of arrest. Is het gerechtshof van de juiste betekenis van het begrip ‘wijzen’ uitgegaan op de in het tussenarrest vermelde datum van wijzen?
HR 20-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1408
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 september 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01945
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- JCDI
JCDI:ADS174001:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1940, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1408, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:670, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2018
- Wetingang
Art. 230 lid 1 aanhef onder e en f Rv; art. 83 Wet RO
Essentie
Wijzen van vonnis of arrest.
Is het gerechtshof van de juiste betekenis van het begrip ‘wijzen’ uitgegaan op de in het tussenarrest vermelde datum van wijzen?
Samenvatting
Valerbosch heeft een pand aan verweerder verkocht. Verweerder vordert vervolgens betaling van de in de koopovereenkomst overeengekomen boete en schadevergoeding. De rechtbank wijst de gevorderde schadevergoeding deels toe en wijst de vorderingen voor het overige af. In het door Valerbosch ingestelde hoger beroep heeft op 18 februari 2016 pleidooi plaatsgevonden, waarna een tussenarrest is gewezen. Onderaan het tussenarrest staat: “Dit arrest is gewezen door mrs. J.E. Molenaar, E.M. Polak en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.