NJB 2022/2117
Berechting binnen een redelijke termijn. Voor de in aanmerking te nemen termijn is de hoofdzaak leidend. Indien na de beëindiging van het geschil inzake de belastingheffing de rechter nog moet beslissen op een of meer verzoeken die niet de hoofdzaak betreffen, zoals verzoeken om vergoeding van proceskosten of immateriële schade, is het daarmee gemoeide tijdsverloop niet van invloed op de in aanmerking te nemen termijn.
HR 02-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1128
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 september 2022
- Magistraten
Mrs. Koopman, Wortel, Boerlage
- Zaaknummer
22/00186
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1128, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑03‑2022
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Berechting binnen een redelijke termijn. Voor de in aanmerking te nemen termijn is de hoofdzaak leidend. Indien na de beëindiging van het geschil inzake de belastingheffing de rechter nog moet beslissen op een of meer verzoeken die niet de hoofdzaak betreffen, zoals verzoeken om vergoeding van proceskosten of immateriële schade, is het daarmee gemoeide tijdsverloop niet van invloed op de in aanmerking te nemen termijn.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘3.2
Bij de beoordeling van het middel stelt de Hoge Raad voorop dat de immateriële schade die bij overschrijding van de redelijke termijn voor berechting voor vergoeding in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.