NJ 2011/222
Tapverbalen geheimhoudpersgesprekken. Geen doorbreking verschoningsrecht.
HR 20-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3369, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 april 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/00050
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BK3369
- JCDI
JCDI:ADS118374:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK3369, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK3369, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2009
- Wetingang
Essentie
Ingeval een advocaat zelf geen verdachte is, staat het de officier van justitie en de rechter-commissaris bij de toepassing van art. 126aa Sv niet vrij om mededelingen die onder het verschoningsrecht vallen aan het dossier toe te voegen, respectievelijk daartoe machtiging te verlenen, op de grond dat het belang van de waarheidsvinding moet prevaleren boven het belang van het verschoningrecht.
De zittingsrechter is niet bevoegd de beslissing van de rechter-commissaris tot het verstrekken van een machtiging als bedoeld in art. 126aa Sv te toetsen en is evenmin vrij te bevelen dat de ingevolge die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.